Het leukste blufspel voor vrienden & familie

Elke speler start met 5 dobbelstenen. Je ziet alleen jouw eigen worp – die blijft geheim voor de rest. Sommige rondes kun je je worp maar één keer bekijken, dus onthoud goed wat je hebt.

Pik-dobbelstenen (waarde 1) werken als jokers: ze kunnen elke waarde aannemen bij het tellen.

Max gooit: 2×6, 1×5, 1×3, 1×Pik. Hij weet nu dat er in ieder geval twee zessen op tafel liggen, plus een joker die hij als zes kan gebruiken.

De startspeler opent met een bod in de vorm “aantal keer een waarde”. Dit is de claim over het totaal onder álle spelers.

Bij het inschatten mag je Pik-dobbelstenen altijd meetellen.

Max zegt: “3 keer een 5”. Daarmee beweert hij dat er gezamenlijk minstens drie dobbelstenen met waarde 5 (of Pik) liggen.

De volgende speler kan het bod verhogen door a) het aantal te verhogen (3×5 → 4×5) of b) voor een hogere waarde te gaan (3×5 → 3×6).

Speciale regel: als je van of naar een bod met Pik (1) wisselt, moet het aantal minimaal verdubbelen.

Lisa verhoogt naar “4 keer een 5”. Robin kan daarna switchen naar “3 keer een 6” omdat 6 hoger is dan 5.

Denk je dat het bod onrealistisch is? Roep “Bullshit!” om het uit te dagen. De dobbelstenen blijven nog even verborgen – eerst kiest iedereen partij.

Robin gelooft Lisa niet en daagt met “Bullshit!” het bod “4 × 5” uit.

Alle overige spelers kiezen nu: steun je de uitdager of de bieder? Deze keuze bepaalt wie er een dobbelsteen verliest bij de onthulling.

Emma kiest de kant van Robin (uitdager); Daan kiest Lisa’s kant (bieder). De groep staat 2-tegen-2.

• Bod klopt → bieder + supporters leggen één dobbelsteen af.
• Bod klopt niet → uitdager + supporters leggen één dobbelsteen af.

Wie als eerste al zijn dobbelstenen kwijt is, wint het spel.

Na onthulling blijken er slechts 3×5 op tafel te liggen. Lisa zat ernaast; zij en Daan verliezen elk één dobbelsteen.